Waarschuwing: kan zeer ongelukkig maken

4.   Waarschuwing: kan zeer ongelukkig maken

We hebben gezien dat je van sommige dingen alleen maar denkt dat je er gelukkig van wordt. We hebben ook gezien wat ons in de praktijk wel gelukkig maakt. Maar waarvan worden we ongelukkig op het werk en wat kunnen we ertegen doen?

Je kunt naar de zes acties uit hoofdstuk 2 kijken. Van deze dingen word je gelukkig op je werk en als ze er niet zijn, word je ongelukkig. Een werkplek zonder positief zijn, leren, openheid, deelnemen, betekenis vinden en liefhebben is een verschrikking.

Wat zijn de belangrijkste voorwaarden, afgezien van de afwezigheid van positieve factoren, om je rot te voelen op je werk?

Slechte werkgevers

Ik was PR-coördinator en redacteur bij een plaatselijke non-profitorganisatie. Een paar maanden voordat ik de handdoek in de ring gooide, werd mijn oma erg ziek. Na een telefoontje van een familielid begreep ik dat ik maar beter meteen naar haar toe kon gaan, omdat ze op sterven lag.

Ik zei tegen mijn baas dat ik weg moest vanwege een noodgeval in de familie, legde de situatie uit en vertelde hoe close ik met mijn oma was. Zijn reactie: “Nou, ze leeft nog, dus je blijft maar mooi hier’’. Ik moest gewoon doorwerken. Je snapt wel dat ik dat niet gedaan heb.1”

Slecht management staat onbetwist op nummer 1 als reden voor ongelukkig zijn op je werk. Niets werkt sneller om een goede werksituatie te verpesten dan een slechte baas. Helaas lopen daar een heleboel van rond. Recent Brits onderzoek heeft aangetoond dat een op de vier bazen slecht is. Een onderzoek uit Noorwegen gaf 1 op 5 aan.

Sharon Jordan-Evans en Beverley Kaye hebben onderzoek gedaan naar werkomstandigheden. Zij stellen dat mensen geen ontslag nemen vanwege de organisatie, maar vanwege een slechte leidinggevende. Onderzoek toont aan dat 75% van de werknemers die ontslag nemen, dit vooral doen vanwege hun manager. In het afrondende gesprek met de HRM zeggen ze dat ze ergens anders meer konden verdienen of ze geven het woon-werkverkeer als verklaring. Maar anoniem onderzoekt toont aan hoe de vork in de steel zit: je gaat weg vanwege je baas.

Een slechte manager is zo slecht voor ons, omdat hij macht heeft. De manager kan je werksituatie veranderen, geeft je leuke of vervelende taken en uiteindelijk heeft hij ook de positie om je te ontslaan. Deze disbalans in de machtsverdeling maakt een goede relatie met je manager zo belangrijk.

Wat voor soort managers maken ons ongelukkig op het werk? Een slechte manager doet niets aan de zes geluksacties uit hoofdstuk 2. Een slechte manager:

  1. Is negatief.
  2. Leert niet.
  3. Is gesloten.
  4. Laat anderen niet deelnemen.
  5. Doet betekenisloos werk.
  6. Straalt geen liefde uit.

Ken je zulke managers? Ben je er zelf zo een, of ben je af en toe zo?

Van managers wordt verwacht dat ze een innovatieve en creatieve cultuur creëren, waarin medewerkers zich volledig kunnen ontwikkelen. Een goede manager is motiverend, niet dominerend. En hij is meer coach dan controleur. Dat kan, maar alleen als de medewerkers gelukkig zijn op het werk. Daartoe moeten managers zich een nieuwe leiderschapsstijl eigen maken.

Er zijn helaas nog maar weinig gedegen opleidingen beschikbaar op het gebied van nieuwe leiderschapsstijlen. Daarom moeten we maar een beetje geduld hebben met onze managers. Ze doen bijna allemaal hun best om een nieuwe aanpak te leren en moeten gewoon nog even wennen.

 

Hoe ga je om met je slechte baas

Als je een slechte relatie met je werkgever hebt, is het van cruciaal belang dat je daar zo snel mogelijk iets aan doet. Het is misschien verleidelijk om te wachten en te hopen dat het vanzelf over gaat. Misschien wordt je baas wel gepromoveerd of overgeplaatst of stapt hij zelf op. Blijf niet wachten, doe iets! Wat je moet gaan doen, is:

1: Deel je baas in.

Onder welke categorie valt hij?

  1. Hij weet zelf niet dat hij slecht is.
  2. Hij weet dat hij slecht is en wil zich verbeteren.
  3. Hij wil niet weten dat hij slecht is of wil zich niet verbeteren.

Sommige managers hebben niet door dat ze hun medewerkers ongelukkig maken. Ze hebben nog nooit gehoord dat ze verkeerd bezig zijn. Anderen weten wel dat ze iets verkeerd doen en proberen het ook anders te doen. Zij moeten gesteund worden en goed advies krijgen.

En dan hebben we nog de derde categorie: de managers die stug blijven ontkennen dat ze slechte leidinggevenden zijn en die groep die er plezier in heeft om anderen ongelukkig te maken op het werk. Dit type managers is niet meer te helpen en waarschijnlijk onverbeterlijk. Ga zo snel mogelijk bij ze uit de buurt.

2: Laat je baas weten dat jij het beter kan.

Aangenomen dat jouw baas in categorie 1 of 2 zit, moet je hem duidelijk maken wat hij kan verbeteren. Dit kan eng lijken door de machtsdisbalans, maar het moet toch gebeuren. Managers kunnen geen gedachtelezen, dus ze hebben behoefte aan eerlijke, constructieve feedback.

3: Ga niet uit van kwade bedoelingen.

Door je baas ben je soms ongelukkig op je werk, maar dat wil niet zeggen dat hij dat met opzet doet. Neem aan dat hij het met de beste bedoelingen doet en zich gewoon niet bewust is van het effect dat hij op anderen heeft.

4: Zorg voor een goede timing.

Het onderwerp aankaarten tijdens een vergadering of in de wandelgangen getuigt niet van een goede timing. Zorg voor een rustige plek waar je niet gestoord wordt en alle tijd hebt.

5: Doe het liever vandaag dan morgen.

Het is heel aantrekkelijk om af te wachten en te zien of het spontaan beter wordt. Niet doen. Praat zodra je ergens mee zit.

6: Leg uit welke consequenties er zijn voor jou en voor je werk.

Wees specifiek en zeg tegen je manager: “Als jij X doet, moet ik Y doen en dat leidt weer tot Z’’.

7: Bied alternatieven aan.

Als je zelf alternatieven hebt, stel die dan voor. Leg ook uit waarom ze beter zijn. Met concrete alternatieven zijn verbeteringen makkelijker in te voeren.

8: Geef je manager regelmatig complimenten.

Doet je werkgever het goed, geef hem dan een complimentje. Veel managers horen nooit dat ze gewaardeerd worden. We zijn eraan gewend dat complimenten alleen van het management naar de medewerkers gaan.

Misschien voelt de gedachte aan advies geven aan je manager niet fijn. Maar een goede manager is oprecht dankbaar voor constructieve en nuttige feedback. Hij zal het zeker waarderen dat je hem de kans geeft om beter te presteren.

Lastige collega’s

Een andere typische oorzaak van ongelukkig zijn op je werk: lastige mensen. Stomme, lompe en irritante ruziezoekers vind je overal, dus ook op je werk.

De tips voor omgaan met een slechte baas werken net zo goed voor het omgaan met dit soort mensen. Hoofdzaak blijft, dat je er iets aan moet doen en wel meteen. Wacht niet tot het vanzelf wel beter wordt, hoe verleidelijk dat ook klinkt.

 

De cultus van overwerken

CNN deed  een programma over zakelijke rolmodellen en ondervroeg daarvoor twaalf bekende leiders, zoals Carlos Ghosn van Nissan,  Marissa Mayer van Google en de beroemde jazzmuzikant Wynton Marsalis, naar hun timemanagement en efficiëntie1.

Ik weet dat een directeur de dag extreem vroeg hoort te beginnen. Maar eerlijk gezegd kan ik beter beslissen en heb ik beter contact met andere mensen als ik goed uitgerust ben. Dus is sta rond 8 uur op, na een goede nachtrust.

Ik zorg er ook voor dat ik standaard 40 uur werk en nooit in de weekenden. Dat doe ik vanwege twee belangrijke redenen. Ten eerste heb ik een leven naast mijn werk. Ik heb een gezin dat mij graag wil zien. Ik wil ook tijd overhouden voor mijn vrienden en hobby’s. Wat ik naast mijn werk doe, geeft me nieuwe energie, verruimt mijn horizon en maakt me op het werk efficiënter.

Ten tweede zou het aan mijn medewerkers een signaal afgeven als ik altijd om 06.00 uur als eerste zou binnenkomen en om 21.00 uur als laatste zou vertrekken. Dat zou de indruk wekken dat de organisatie dit ook van hen verwacht en dat het zo hoort. Maar dat is niet zo.

Het is een gegeven dat de eerste veertig uren die je als leidinggevende of medewerker per week maakt, veel meer waard zijn dan de volgende, twintig, dertig of veertig. De extra uren op je werk kunnen schadelijk zijn voor je privé-leven, gezin en gezondheid. En dat is uiteindelijk ook weer slecht voor de zaak.

Als het je niet lukt je werk te plannen binnen die 40-urige werkweek, zul je beter moeten prioriteren en delegeren.

Verfrissend, hè? Raad eens wie van de leiders dit heeft gezegd?

GEEN VAN ALLEN.

In plaats hiervan hoorde ik voornamelijk: “Ik sta om 05.00 uur op en ben om 06.00 uur op kantoor’’, ‘’Ik werk 16 uur per dag’’, ‘’Ik pleeg heel veel telefoontjes onderweg naar kantoor’’ en ‘Meestal ga ik rond 19.00 uur naar huis en dan werk ik ’s avonds thuis nog een paar uur door’’.

Ik verwachtte ieder moment te horen: “Ik sta om 4 uur ‘s morgens op, een half uurtje voor ik naar bed ga. Ik werk 27 uur per dag, slechts onderbroken door een lunch van drie minuten. Twee assistenten proppen dan voedsel in mijn strot, zoals bij zo’n foie gras-gans.’’

Dit is de Cultus van Overwerken. Het geloof dat meer uren maken beter is. In extreme gevallen kan dit leiden tot Karoshi: dood door overwerk, zoals de Japanners het noemen. En zij zijn wereldkampioen lange werkdagen.

Loop je achter op je werk, dan is de oplossing zelden dat je meer moet werken. De meeste mensen, een enkele superman en –vrouw uitgezonderd, krijgen in 60, 80 of 100 uur per week niet meer voor elkaar dan een ander in 40 uur. In het begin doe je in 80 uur wel iets meer dan in 40, maar dat is van korte duur. En de prijs die je betaalt, is hoog:

  • Minder creativiteit, want je bent creatiever als je ontspannen bent.
  • Slechtere relaties met collega’s, omdat je het te druk hebt om contact te maken.
  • Minder tijd voor familie en vrienden.
  • Minder ruimte voor nieuwe ideeën: geen tijd!
  • Minder energie en motivatie.
  • Lagere productiviteit.
  • Minder gelukkig op het werk: zie boventaande.

Carisa Bianchi, strategisch directeur van reclamebureau TBWA\Chiat|Day, verwoordt het als volgt:

Je vindt altijd wel een aanleiding om te werken. Er ligt altijd wel iets op je te wachten. Maar zonder pauzes worden mensen minder productief. Ze worden ongelukkig en dat heeft effect op het moreel van iedereen in hun omgeving.

Er is altijd meer werk, hoe veel werk je ook af maakt. Iedereen loopt altijd achter. Is je mailbox om een onverklaarbare reden leeg, dan krijg je alleen maar meer opdrachten aangereikt.

Je lost niets op met harder werken, langer werken, efficiënter werken of beter prioriteren. Je moet het allemaal wel proberen natuurlijk. Maar als er gewoon te veel werk is, zit daar de oplossing niet in.

Ik heb een tijd gewerkt voor een organisatie met een sterke overwerkcultuur. Na twee jaar stressen om werkdagen te maken van 07.00 uur tot 19.00 uur (en thuis nog meer te werken), kregen we een baby. Ik nam een week vrij. Daarna vond ik het gerechtvaardigd om een aantal maanden lang 40 uur te werken, vanwege het slaaptekort en omdat ik thuis nodig was.

In die twee maanden ontdekte ik dat ik net zo veel voor elkaar kreeg en net zo druk was als toen ik 60 uur per week maakte. Vanaf dat moment werkte ik van 08.00 uur tot 17.00 uur, behalve als ik af en toe een groot project had. Thuiswerken deed ik helemaal niet meer. Ik was gelukkiger, energieker en succesvoller dan ooit in mijn baan.

Wat ik toen heb geleerd, leverde me een nieuwe baan en een aanzienlijk hoger salaris op.

Soms spreek ik nog mensen van mijn vorige werk en die zitten dan op te scheppen over hun 75-urige werkweek en over de kalmeringsmiddelen die ze slikken.

_Reactie op positivesharing.com

Laten we voor eens en altijd afrekenen met de cultus van overwerken en beseffen dat het niet gaat om het aantal uren, maar om de resultaten. Meer uren leidt NIET tot betere resultaten.

Stress op het werk en burnout

Er waren eens een beer en een bij. Ze woonden samen in een bos en waren de beste vrienden. De bij verzamelde dag en nacht nectar, de hele zomer lang. De beer lag languit te genieten in het hoge gras.

Tegen de winter besefte Beer dat hij niets te eten had en dacht bij zichzelf: “Ik hoop dat het bezige Bijtje een beetje honing voor me heeft’’. Maar de Bij was nergens te vinden, want hij was doodgegaan aan een stressgerelateerde ziekte.

_Uit de straatkunst van Banksy3, een anonieme Britse guerrilla-artiest.

Werkstress kan enorm schadelijk zijn voor je gezondheid en kwaliteit van leven. Onderzoeken tonen aan dat werkstress:

  • De kans vergroot op hartziektes, beroertes en kanker.
  • De kans vergroot op slapeloosheid, depressie en angsten.
  • Het immuunsysteem ondermijnt.
  • Kan leiden tot chronische spierpijn en migraine.

De kosten voor de werkplek zijn ook hoog. Volgens de British Health and Safety Executive:

  • Wordt één derde van alle nieuwe gevallen van gezondheidsproblemen veroorzaakt door werkgerelateerde stress.
  • Leidt elk geval van werkgerelateerde gezondheidsproblemen tot een gemiddeld verlies van 30,9 werkdagen.
  • Hebben stress, depressie en angst in 2004-2005 totaal 12,8 miljoen werkdagen gekost.
  • Beoordeelt een op de vijf mensen zijn werk als ‘zeer’ of ’extreem’ stressvol.

Er bestaat overigens een fundamenteel misverstand over stress, namelijk dat het voornamelijk wordt veroorzaakt door te veel werken. In feite is er niet veel verband tussen het aantal gewerkte uren en het stressniveau. Het gaat er niet om hoeveel je werkt, maar hoe je je voelt als je werkt.

Als je het gevoel hebt dat je continu achter loopt, genegeerd wordt, oneerlijk behandeld of gepest wordt, of als er erg veel verandert en je voor je toekomst moet vrezen, dan kun je al gestrest raken van 4o uur per week werken. Of van 20 uur. Minder gaan werken haalt hier niets uit. Daar komt nog bij dat vechten tegen stress geen zin heeft, want je krijgt er alleen maar meer stress door.

Bo Netterstrom, een Deense medisch wetenschapper, heeft al dertig jaar onderzoek gedaan naar werkgerelateerde stress. Hij stelt het heel duidelijk:

Gelukkig zijn op je werk is de enige lange-termijnremedie tegen stress.

In plaats van stressen over stress is het belangrijk om je te richten op de dingen waar je rustig, vredig en gelukkig van wordt op je werk en hoe je daar meer van kunt krijgen. Het is onmogelijk om tegelijkertijd gelukkig en gestrest op je werk te zijn. In hoofdstuk 5 vind je hier een oefening over.

 

Vier het werk dat je wel afhebt

Ben je gestrest omdat je achter loopt, dan kan dit je helpen:

Stress omdat ik achter loop, maakt me minder efficiënt en is een verspilling van mijn energie.

Daarom vier ik het werk dat ik wel afheb.  Daar geniet ik van. Ik raak niet gestrest over het werk dat nog af moet.

Het is niet de bedoeling om onverschillig te worden als je achter loopt. Je moet het wel in de gaten houden. Maar raak er niet gestrest door. Denk steeds aan wat je al wel voor elkaar hebt gekregen en niet aan wat er nog allemaal moet gebeuren. En houd voor ogen dat meer werken niet hetzelfde is als meer doen.

Dit geldt dubbel en dwars voor de managers die dit lezen. Leg je altijd de nadruk op wat je afdeling niet af  heeft, dan worden je mensen gestrest. Waardeer wat er wel gebeurt, maak ze gelukkig op het werk en je optimaliseert de resultaten.

 

Conflicten op het werk

Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb een hekel aan conflicten op het werk. De hele dag boos zijn op een collega, je best doen om iemand te ontlopen en onbewust alles afkraken wat hij zegt en doet, vind ik bepaald niet gezellig.

Ik was een kei in conflicten vermijden op het werk. Maar ik kan je vertellen dat het absoluut geen zin heeft! Je moet het ijzer smeden als het heet is, dus doe er hier en nu iets aan. Ik heb meegemaakt dat heftige conflicten die onoverkomelijk lijken in het niets verdwijnen zodra ze constructief worden aangepakt. Aan de andere kant heb ik ook gezien hoe kleine molshoopjes grote bergen worden die een heel bedrijf de kop kunnen kosten.

Een conflict op je werk kun je niet winnen. Als je een conflict ‘wint’, dan krijg jij iets ten koste van de wensen van een ander. Dat schenkt misschien voldoening, maar het onderliggende probleem blijft gewoon aanwezig. Het duikt vanzelf weer op onder een andere noemer. Een conflict oplossen is veel beter dan het winnen.

En los het nu meteen op, want de prijs van passiviteit is hoog. Onopgeloste, langdurige conflicten leiden tot vijandelijkheid, communicatiestoringen, inefficiënte teams, stress en minder productiviteit. Kortom: van onopgeloste conflicten worden mensen vreselijk ongelukkig op hun werk.

Hiermee rekening houdend, zijn dit de vijf essentiële stappen om constructief conflicten op het werk op te lossen.

1: Besef dat conflicten onvermijdelijk zijn

Op een werkplek waar nooit conflicten zijn, zijn geen betrokken mensen. Als je een conflict hebt op je werk betekent dat niet dat je een slecht mens bent. Het betekent dat je betrokken bent. Op de optimale en meest efficiënte werkplek vinden zeker conflicten plaats, maar ze worden constructief aangepakt.

2: Pak het conflict liever vandaag dan morgen aan

Het beste advies om conflicten succesvol op te lossen is: doe het meteen! Het is zo verleidelijk om te wachten tot ze vanzelf overwaaien, iets wat zelden gebeurt. Meestal wordt het er niet beter op.

3: Stel vragen!

In het beginstadium van een conflict heb je een krachtig oplossingsinstrument voorhanden. Ga je niet lopen ergeren aan iemand, maar vraag op een vriendelijke manier waarom iets zo gegaan is. “Ik vroeg me af waarom je gisteren de laatste koffie had genomen en geen nieuwe had gezet’’ of ‘’Ik heb gemerkt dat je vaak je mobieltje laat liggen. Waarom doe je dat?’’ zijn prima voorbeelden. ”Waarom praat je toch verdomme altijd zo hard aan de telefoon?” is iets minder constructief.

 

4: Gebruik giraffetaal

Gebruik giraffetaal bij serieuzere conflicten die al wat langer duren. Dat is het beste middel om kritiek te geven en problemen op te lossen. En geen zorgen, er komen geen dierengeluiden aan te pas.

Giraffetaal, ook bekend als geweldloze communicatie, werkt zo goed, omdat:

  • Het een stevige structuur geeft aan moeilijke gesprekken.
  • Het wederzijdse aannames en beschuldigingen minimaliseert.
  • Het zich niet richt op de symptomen, maar op het werkelijke probleem.
  • Het leidt tot een plan van aanpak, dus niet tot vage beloften.

Ik geef hier geen complete uiteenzetting over giraffetaal, maar op de website van dit boek kun je er wel alles over lezen.

5: Zoek een mediator

Sommige conflicten zijn zo complex dat de betreffende personen ze zelf niet kunnen oplossen. Hulp van buitenaf in de vorm van een mediator, dus een derde partij, is dan nodig. Dit kan een manager, een HRM-medewerker, coach of collega zijn.

 

Bureaucratie

Op mijn werk lopen prima mensen rond die geen bureaucraatje willen spelen. Maar een ding willen ze maar niet begrijpen: ik word betaald voor iets wat ik heel leuk vind. Ze hoeven me niet te vangen in allerlei schemaatjes en beleidsmaatregelen. Ik doe mijn werk ook wel zonder. Ik werk me hier uit de naad, omdat ik daar zelf voor kies.

Ik probeer al die memo’s en zinloze documentatie naast me neer te leggen. Die zijn niet echt van belang voor wat ik hier doe. Maar zodra ik weer tegen de bureaucratie aanloop, voel ik alle energie uit me stromen en heb ik totaal geen zin meer om iets te ontwerpen of te bouwen.

-Reactie op positivesharing.com

Bureaucratie is slopend. Daar zit je dan met je briljante ideeën je uiterste best te doen. Maar door het grote boek met bedrijfsregeltjes is het onmogelijk je gezonde verstand te gebruiken.

In augustus 2001 werd onder 1.100 Amerikaanse werknemers van verschillende bedrijven een onderzoek gehouden. De conclusie: bureaucratie binnen de organisatie, omslachtige werkvoorschriften en ingewikkelde processen kosten buitengewoon veel tijd. Gemiddeld gaat er 9,4 uur per week op aan bureaucratie op de werkplek. Eén op de vijf mensen is er zelfs meer dan 16 uur per week aan kwijt.

Verder bestaat er een duidelijk verband tussen de hoeveelheid bureaucratie en de wens om ergens anders te gaan werken. Anders gezegd: mensen vluchten weg uit bureaucratische bedrijven4.

Lars Kolind, CEO van Oticon, voerde oorlog tegen de bureaucratie in zijn organisatie. Oticon werd op zijn kop gezet en het transformeerde van een speler in de marge tot de nummer 1 van de wereld in hoortoestellen.

Loind schrijft in zijn uitstekende boek The Second Cycle: Winning the War Against Bureaucracy:

Een organisatie die groeit en succes heeft, voegt meer managementlagen in, meer afdelingen, meer procedures, plannen, budgetten, rapporten, vergaderingen, tradities, enzovoort.

Het management ontwikkelt een eigen agenda die steeds verder van de medewerkers en klanten af komt te staan. Het wordt belangrijker om een prijs in de wacht te slepen dan je druk te maken om klanten of medewerkers. Het management raakt het contact met de business kwijt en wordt steeds meer zelfvoldaan en zelfs arrogant.

Het gevolg is dat buiten de vaste paden eerst minder initiatief, dan nog minder initiatief en uiteindelijk geen enkel initiatief meer wordt genomen.

Hier worden mensen dus superongelukkig van op hun werk. We willen allemaal het liefst fantastisch werk! Stomme regeltjes en zinloze beperkingen maken je werk alleen maar nodeloos ingewikkeld. Lees het geweldige boek van Lars over het voorkomen van bureaucratie (dit is meteen een bedankje voor zijn geweldige voorwoord in dit boek).

Pesten

Er hing een boosaardige wolk boven de fabriek. Iedereen was er bang voor.

Ik werd lastiggevallen en gepest en ik voelde me bijna gedwongen om ontslag te nemen. Elke verstandige zet van mijn kant om de situatie te verbeteren werd afgekapt. Of ik werd compleet genegeerd. Ik werd steeds slechter behandeld en moest idiote opdrachten uitvoeren. Zodra ik protesteerde, moest ik dingen doen waar ik fysiek niet toe in staat was.

Om een lang verhaal kort te maken: uiteindelijk ben ik ingestort. Niet alleen tot mijn eigen wanhoop, maar ook die van mijn gezin.5

Mensen zijn zeer sociale wezens. Ergens bij horen is misschien wel onze diepste primaire behoefte. Door pesten wordt iemand uit de gemeenschap verstoten; hij wordt vernederd en geplaagd. Dit gedrag lijkt vanaf de buitenkant niets bijzonders. De schade wordt echter niet veroorzaakt door de pestkoppen zelf, maar door de uitsluiting van de gepeste persoon.

Pesten heeft vaak een vernietigend effect. Mensen storten geestelijk en lichamelijk in en het herstel kan jaren duren. Als je gepest wordt, is het van groot belang om meteen op te treden. Praat met iemand. Stap naar je baas. Laat je overplaatsen. Neem ontslag. Doe wat voor jou het beste voelt, maar doe iets.

Een onderzoek onder 2000 werknemers van het Britse Chartered Institute of Personnel and Development heeft aangetoond, dat 20 procent op een bepaalde manier was gepest of lastiggevallen in de afgelopen twee jaar.

Ik kan niet voldoende benadrukken hoe gevaarlijk dit kan zijn en hoe belangrijk het is om niet te wachten op betere tijden. Word je zelf gepest op je werk of gaat het om iemand anders, grijp dan nu in.

Negatieve mensen

Heb jij chronische mopperaars op je werk? Ze zijn ook overal, van die mensen die klagen over het weer, de waardeloze baas, het smerige eten, het stomme werk. Als alles prima voor elkaar is, zien zij nog steeds de minpunten. En daar zijn ze dan helemaal vol van.

We hoeven klagen niet te verbieden. Constructief klagen kan ook, zoals we op pagina 29 hebben gezien. Maar we moeten wel iets doen tegen chronische, niet constructieve mopperaars. Zij maken hun omgeving ook ongelukkig, want negativiteit is uiterst besmettelijk. Een chronische klager kan een hele afdeling aansteken.

Er zijn verschillende strategieën die gebruikt worden tegen mopperaars (geen van alle heeft echt effect):

1. Opvrolijken werkt niet

“Ach, het valt best mee’’, ‘’Kom op, blijf lachen’’ of  ‘’De tijd heelt alle wonden’’.

De mopperaar voelt zich niet serieus genomen.  Ontken zijn ellende en hij zal alleen maar harder gaan klagen om je te overtuigen van de omvang van zijn problemen.

2. Oplossingen aandragen werkt niet

“Waarom doe je niet gewoon…’’, “Heb je…. al geprobeerd?” of ”Je moet echt eens…’’

Met bijdehand doen los je de zaken niet even op, denkt de mopperaar over jouw slimme opmerkingen. Hoe meer oplossingen jij bedenkt, hoe meer hij je ervan wil overtuigen dat ze voor hem niet haalbaar zijn.

3. Zeggen dat ze zich niet moeten aanstellen werkt niet

“Hou op met zeuren en doe er wat aan’’ of een van mijn favoriete uitspraken: ‘’Kies je voor het probleem of kies je voor de oplossing?’’

Hiermee zeg je dat ze zich aanstellen en dat ze gewoon de schouders eronder moeten zetten. Niet zo slim dus.

4. Klagen over klagers werkt niet

“Die Sally zit wel vaak te klagen, hè?”

Gefeliciteerd. Nu ben je zelf net zo.

5. Ze negeren of vermijden werkt niet

De klager zoekt dan juist jouw aandacht op, waarop jij hem nog meer gaat ontlopen. Een vicieuze cirkel.

6. Meedoen met klagen werkt niet

“Je hebt helemaal gelijk, onze baas is een hufter. En het is ook rotweer. Eigenlijk is alles shit.’’

Het lijkt misschien gezellig, want je creëert een wij-gevoel. Toch is het geen goed idee, want meer klagen leidt alleen maar tot minder initiatief voor een oplossing.

In een van mijn eerste banen had ik een ontzettend domme manager. Mijn collega’s en ik hadden altijd vijftien tot twintig minuten nodig om over hem te klagen, voordat we aan de vergadering of aan een biertje konden beginnen. Al dat geklaag kostte vele manuren, maar veranderde niets aan het probleem. Niemand deed er iets aan. Eén voor één gingen we weg bij de zaak.

Wat wel werkt? Hoe leren we de chronische klagers hun gemopper af? Dit is een simpel, maar effectief trucje:

Een bevriende tandarts heeft een oudere, mopperende patiënt die tijdens een afspraak vooral zit te klagen over het weer, de kinderen, de auto, de belastingen, de maatschappij en wat hem nog meer te binnen schiet.

Misschien denk je: “Als hij toch tandarts is, propt hij zijn mond toch gewoon vol met gaasverband en katoen. Eens zien of hij dan nog kan mopperen.’’ Maar daar is mijn vriend veel te aardig voor. Hij probeerde de man juist op te vrolijken. Dat werkte ook niet, het klagen werd zelfs erger.

Ik legde haar mijn simpele trucje uit, dus bij de volgende afspraak was ze er klaar voor. Meneer Mopperkont zat in de stoel en begon zoals altijd meteen met zijn geklaag.

Ze luisterde een poosje naar zijn klaagzang en toen zei ze met veel warmte in haar stem: “Tjonge, wat klinkt dat verschrikkelijk. Ik begrijp niet hoe u het volhoudt.’’

Raad eens wat hij toen zei?

“Ach, zo erg is het ook weer niet!”

 

Deze aanpak werkt, want de klager krijgt het medeleven waar hij op uit is. Dus niet opvrolijken, niet oplossen, geen ’kop op’. Alleen maar een beetje begrip tonen voor de moeilijke situatie.

Twee kanttekeningen zijn hier van belang. Ten eerste: gebruik geen sarcasme, wees oprecht. Ten tweede: je hoeft het eens te zijn met de enorme problematiek. Voor jou lijkt het misschien een storm in een glas water. Maar de ander heeft een heel groot probleem, anders hield hij er wel over op. Een kleinigheid in jouw ogen kan voor een ander onoverkomelijk zijn.

Dus je zegt niet: ‘’Dat is inderdaad een groot probleem’’ en je zegt al helemaal niet “Ach, arme jij’’ met een sarcastisch toontje. Je bevestigt gewoon dat het voor die persoon een groot probleem is.

Houdt het klagen hiermee op? Soms. In elk geval stap jij uit de vicieuze cirkel van zodanig reageren dat de klager alleen maar meer gaat klagen. Je doorbreekt de cirkel door zijn ellende serieus te nemen.

 

Saaie klussen

In geen enkele baan is alles even leuk en interessant. Elke baan kent zijn eigen saaie momenten, routineklussen, irritante opdrachten en contacten met vervelende mensen. Bestaat je baan voornamelijk uit klussen waar je echt een hekel aan hebt, dan wordt het misschien tijd om een andere te zoeken.

Zit er af en toe een saaie klus tussen, dan is jouw houding hierbij cruciaal.  Is je werkmantra “Dit is shit, wat haat ik dit, waarom ben ik altijd weer de bok’’ , dan kan ik je verzekeren dat het ook shit is. Heel erg shit.

Met een speelse houding kom je een heel eind verder. Dan kan het soms nog leuk worden. Probeer eens een van de volgende houdingen:

  • Laten we er iets fantastisch van maken.
  • Laten we dit tien procent sneller doen dan de vorige keer.
  • Laten we proberen om er iets leuks van te maken.
  • Laten we met volledige concentratie werken en niet gaan zitten zeuren.

En dan nog het alternatief: doe het niet. Iedereen is weer anders en wat jij te saai voor woorden vindt, vindt een collega misschien wel erg leuk. Dan heb je toch het recht niet om hem de kans te ontnemen? Zoek dus iemand die plezier heeft in de dingen waar jij van baalt.

 

Oneerlijkheid

Op biologisch niveau blijken we een ingebouwd verlangen naar eerlijkheid en gelijkheid te hebben. Je gelooft me niet? Voer dan dit experiment uit. Neem een stel kapucijnapen en train ze om een glad brokje graniet te ruilen voor een schijfje komkommer. Dit is lastig, maar het kan. De apen ontdekken al snel dat ze in ruil voor de steen een lekkere beloning krijgen.

Dan probeer je iets nieuws. Je neemt twee apen apart en geeft een van hen iets nog lekkerders. Kapucijnapen zijn dol op komkommer. Maar sinaasappels zijn zoeter, dus die vinden ze nog lekkerder. “Zeg vent’’, lijkt hij te willen zeggen, ‘’je betaalt die ander in sinaasappels uit terwijl ik net zulk goed werk lever. Ik wil ook sinaasappels, anders ga ik staken.6’’

In een ander experiment ontdekten onderzoekers met hulp van hersenscanapparatuur een centrum in de menselijke hersenen dat oplicht als we denken dat we oneerlijk worden behandeld. Eerlijkheid blijkt dus niet alleen een sympathiek ideaal om na te streven, maar we hebben ook een biologische drang om eerlijk te worden behandeld.

Dit verklaart waarom oneerlijkheid een van de meest demotiverende factoren is op het werk. Mensen reageren onmiddellijk op ieder spoortje van oneerlijkheid, zeker als ze niet gelukkig op hun werk zijn. De voormalig CEO van General Electric,  over het begin van zijn carrière:

De manier van werken van mijn eerste baas stond me tegen. Ik dacht dat ik het goed deed, omdat ik 1000 dollar opslag kreeg. Tien procent, dus ik was behoorlijk tevreden. Ik had het idee dat ik meer deed dan de anderen en ook op een ander niveau presteerde. Toen bleek dat iedereen dezelfde 1000 dollar opslag had gekregen, sloeg dat goede gevoel om in zware irritatie. Ik had een baby, maar geen geld. Dus ik leende 1000 dollar van mijn moeder en nam ontslag.

Je salaris, functie, bonus en extra’s doen er minder toe dan je gevoel voor eerlijkheid. Eerlijkheid op zich is niet voldoende om ons gelukkig op het werk te maken, maar oneerlijkheid kan ons wel wanhopig ongelukkig maken.

Dit doet me denken aan een cartoon in de New Yorker Magazine over een medewerker die geen opslag krijgt. Zijn reactie tegen de baas: “Als ik dan geen opslag krijg, kun je dan op zijn minst Peterson minder gaan betalen?”

 

Angst om je baan kwijt te raken

Jakob, een 37-jarige IT-professional, kreeg vorig jaar een leuke baan bij een middelgroot IT-bedrijf. Zijn baas is een prima vent, hij heeft competente en gezellige collega’s en zijn klanten zijn allemaal vreselijk aardig.

Er zit maar een kink in de kabel. De baas van de baas van Jacob (een van de vice-voorzitters) is… niet aardig. Hij sommeert alle medewerkers naar een vergadering te komen en gaat dan heftig tegen ze tekeer over de ellende die hij tegenkomt. Hij is grof en naar, klaagt continu en zal nooit toegeven dat zijn mensen iets goed doen. Zijn e-mails naar ondergeschikten zijn schoolvoorbeelden van onbeschoftheid. Het spreekt vanzelf dat hij iedereen ontslaat die hem in de weg zit.

Jakob vindt zijn werk leuk, maar kan er ook zonder. Hij is financieel onafhankelijk en zo goed opgeleid dat hij met gemak weer een nieuwe baan vindt. Hij hoeft zich dus geen zorgen te maken over een eventueel ontslag. Anderen in de organisatie moeten op hun woorden letten, maar hij zegt waar hij zin in heeft en doet wat hem goeddunkt.

Jakob spreekt zich uit tegen de vice-voorzitter en zegt dat hij zijn nare manier van doen niet kan uitstaan. Hij legt precies uit hoe zijn grofheid de organisatie in de problemen brengt. Wat er vervolgens gebeurt, is dat er naar hem geluisterd wordt. De vice-voorzitter heeft dit nooit eerder meegemaakt. Dit is de eerste keer dat een werknemer totaal niet geremd wordt door angst.

En het resultaat? Langzaam verandert zijn stijl. Tegen Jakob houdt zij zich in, omdat hij weet waar zijn grenzen liggen.

Als een zwaard van Damocles hangt ontslagdreiging boven het hoofd van werknemers. Het is een onuitgesproken, maar alom bekend gegeven dat een werknemer die over de scheef gaat, kan worden ontslagen/geen verlenging van zijn contract krijgt/de zak krijgt/zijn congé krijgt. Allemaal termen met een naar bijsmaakje…

Natuurlijk zijn we allemaal opgevoed met het idee dat ontslagen worden iets heel ergs is dat je voor alles moet zien te voorkomen. Daarom nemen we slechte arbeidsomstandigheden vaak voor lief en gaan we heel ver om onze baan maar vast te houden. Wie bang is voor ontslag, heeft de neiging om:

  • Een slechte behandeling door het management te accepteren.
  • Onethische of immorele opdrachten uit te voeren.
  • Pesten en lastigvallen lijdzaam te ondergaan.
  • Met alle winden mee te waaien.
  • Zijn ware aard te verbergen.
  • Zijn eigen mening in te slikken.
  • Een te laag of oneerlijk salaris te accepteren.
  • Te slijmen.
  • Niets te zeggen over geconstateerde problemen.

Het taboe moet eindelijk van ontslag af. Zonder die dreiging zou je op je werk veel serieuzer worden genomen. En wat is er nou eigenlijk zo erg aan ontslag? Hieronder vind je de meest voorkomende redenen voor ontslag en waarom ze geen negatieve impact hebben:

Geen persoonlijke klik. Dus je past niet in deze organisatie? Er zijn  er nog een paar miljoen over waar je vast wel ergens een klik bij hebt. En wie zegt dat het probleem bij jou ligt?

Je CV klikt niet. Je hebt het geprobeerd, maar je zat niet op de juiste plek. Nou en. Ook hier geldt dat er nog miljoenen andere banen zijn.

Je hebt je medewerking geweigerd. Goed gedaan. Als dit de reden is, mag je trots zijn omdat je voor jezelf bent opgekomen.

Het bedrijf gaat inkrimpen. Dat overkomt dagelijks duizenden mensen.

Je ontslag is onredelijk. Je hoeft je nergens voor te schamen als je wordt ontslagen omdat je zwanger bent, de waarheid hebt gezegd of vanwege een andere onredelijke aanleiding.

Uitzonderingen zijn mensen die ontslagen worden vanwege pestgedrag, misbruik of omdat ze hun werk niet doen. Die moeten maar eens goed naar zichzelf kijken.

Ontslag kan problematisch zijn, maar je kunt kiezen voor constructieve oplossingen en de consequenties beperkt houden.

Financiële onzekerheid

Het grootste probleem van ontslag is de vraag hoe je de rekeningen, de hypotheek en de spaarrekening voor de studie van de kinderen nu moet betalen.

De financiële problemen kun je op twee manieren benaderen. Ten eerste kun je je inzetbaarheid vergroten, waardoor je sneller een nieuwe baan zult vinden. Dit houdt in dat je je persoonlijke en professionele vaardigheden op peil houdt en je netwerk onderhoudt. Ten tweede kun je je privé-uitgaven beperken, zodat je niet meer volledig afhankelijk bent van je maandelijkse salarisstrookje. Ben je dat wel, dan loop je elke maand vast en dat wordt alleen maar erger. Een vervelende situatie is niet leuk. Een vervelende situatie zonder uitweg is verschrikkelijk.

Als je je persoonlijke uitgaven kunt terugdringen tot het niveau waarbij je een periode niet hoeft te werken of een minder goed betaalde baan kunt accepteren, heb je veel meer vrijheid en ben je relaxed bezig met gelukkig worden op je werk. Dit kan betekenen dat je kleiner moet gaan wonen en dat je die flatscreen van80 centimeteren de tweede auto even moet vergeten. Vraag je eens af of wat al die spullen je echt opleveren. Als je niet gelukkig wordt van je werk, kun je ook niet echt genieten van die spullen. Het is veel verstandiger minder uit te geven, zodat je meer vrijheid in je werk krijgt.

 

Hoe vertel je je nieuwe werkgever dat je uit een ontslagsituatie komt?

Schaam je je dat je ontslagen bent, dan straal je dat uit op je CV en tijdens sollicitatiegesprekken. Ga met opgeheven hoofd verder, leg duidelijk uit wat er is gebeurd en dat je je nergens voor schaamt. Dan overtuig je als iemand voor wie het geen rol speelt. Als je het goed uitlegt, zullen er zeker werkgevers bij  zijn die het begrijpen.

Schaamte

Veel mensen schamen zich enorm voor ontslagen en werkeloos zijn. Je begint er niet zomaar even over tijdens een dinertje met onbekenden. Maar waarom is ontslagen worden en zonder werk zitten zo gênant? Dat is nergens voor nodig. Laat je geen schaamtegevoel aanpraten.

Contacten kwijtraken

Vaak hebben we een zeer intieme band met de mensen op ons werk. Het kan pijnlijk zijn om die kwijt te raken. Zorg er dus voor dat je ook buiten je werk positieve relaties hebt. Door je inzetbaarheid te verhogen, vind je sneller een nieuwe baan en kun je weer nieuwe contacten opbouwen.

Het verhoogt je vrijheid en je geluksgevoel op het werk als je minder bang bent voor ontslag. Het overkomt jaarlijks honderdduizenden mensen en het hoort gewoon bij een carrière. En misschien lag het niet eens aan jou.